Een zomer om niet gauw te vergeten.
Eerst een extreem nat en koud voorjaar.
In Zuid-Limburg leidden buien van 50 millimeter plaatselijk tot modderstromen.
Er kwamen meldingen binnen van 60 mm neerslag binnen een paar uur.
Gewassen hadden het moeilijk en kwamen later dan gewoonlijk op gang. Maar dan is er een inhaalslag. Zomerse temperaturen in mei en begin juni maakten dat het daarna ineens heel snel ging.
Maar dan komt de droogte. Ook extreem. Sproeiers en beregeningsinstallaties zijn niet aan te slepen. En dan wordt het zeer warm, ventilatoren en airco’s zijn uitverkocht.
Een hittegolf volgt en de droogte blijft maar aanhouden. Fijn voor strand en badgasten, lastig voor hart en longpatiënten. De warmste zomer, ooit!
Het waterpeil zakt snel en boetes worden uitgedeeld als men nog oppervlaktewater gebruikt.
De rivieren staan laag. De Rijn is nog nooit zo laag geweest.
We moeten zuinig zijn met water. Dus geen “water bij de wijn doen”.
Boeren hebben zorgen, beginnen nu al aan de wintervoorraad voor het vee. “Het water staat hun tot aan de lippen” en ze voelen zich beslist niet “als een vis in het water”. Tuinders zien hun gewassen afsterven. Maar ook de scheepvaart heeft een strop. Zo zijn er veel meer takken die schade oplopen. Ieder probeert op zijn manier “het hoofd boven water te houden”.
Maar positief is dat iedereen die iets organiseert niet gauw kans heeft dat de boel “in het water valt”. Wat ook opviel is, dat de natuur zich zo snel kan herstellen. De bruine en gele, op savannes lijkende weilanden werden na een paar forse buien weer snel groen en op dit moment wordt er alweer gemaaid.
Zorgen zijn er ook over de insectenstand. Die zou erg teruglopen volgens de kenners maar als ik de enorme opmars van eikenprocessierupsen zie en de wespen en mieren zal dat nog wel meevallen. Wij hadden in ieder geval meer vlinders dan ooit in de tuin. Ook is de tijger mug hier gesignaleerd en die kan gevaarlijk zijn. Men wil het leger inzetten om ze op te sporen. Nou, laat het leger dan meteen de wolf aanpakken want dat gaat ook een keertje echt verkeerd. We hebben al genoeg beschermde roofdieren in de buurt, roofvogels, vossen, ooievaars en dassen. Van mij hoeft de wolf er niet zo nodig bij. (Maar dat mag ik natuurlijk niet zeggen).
En nu ik dit zit te schrijven hoor ik geruchten dat er nadat we een wat koelere periode gehad hebben er nog een mooie nazomer volgt. Van mij mag het.
Maar water hebben we nodig, dat is nooit anders geweest.
Het onderstaande gedicht is al oud maar nog steeds actueel.
Waterland
neem Hollands boer zijn guldens af,
zijn centen en vierduiten-
dan houdt hij nog zijn vette klei
en staat erbij te fluiten.
Neem Hollands boer zijn landen af-
Dan houdt hij nog zijn water;
Daar maalt hij toch weer land uit op,
Wat vroeger of wat later.
Neem Holland al zijn dijken weg
En laat het onderlopen-
Geen nood; elk kaasboerinneke
Gaat vissernetten knopen.
Neem Holland al zijn bomen weg,
Zijn wilgen en zijn peppels-
Dan ruist nog Hollands windezang
Door ‘t riet van sloot en greppels.
Maar neem je Hollands water weg,
Zijn plassen en zijn vaarten-
Dan is mijn land geen Holland meer,
Al staat het op de kaarten.
Dan wordt het duin een woestenij,
Dan dorren al de weiden,
Dan gaat mijn mooie Holland dood,
Omdat het dorst moet lijden.
Tot het volgende praatje.
Groetjes Janny